EEG bij geheugenstoornissen

Door op 09-12-2016

Deze korte les KNF beschrijft het nut van het elektro-encefalogram (EEG) bij de diagnostiek van cognitieve klachten. Over het algemeen pleit bij deze patiëntengroep een diffuus vertraagd EEG met of zonder focale afwijkingen voor een onderliggende neurodegeneratieve ziekte en tegen subjectieve klachten of een psychiatrische oorzaak. Het onderscheidend vermogen van EEG bij de meest voorkomende oorzaken van dementie is afhankelijk van de specifieke klinische differentiële diagnose. Het EEG is het meest waardevol bij de ondersteuning van de diagnose ‘Lewy body’-dementie, omdat hierbij veelal een ernstige diffuse vertraging met soms frontale intermitterende ritmische delta-activiteit (FIRDA) wordt gezien. De ziekte van Alzheimer gaat meestal gepaard met een minder ernstige diffuse vertraging, terwijl bij frontotemporale dementie een normaal of slechts licht afwijkend EEG wordt gevonden. Het wordt sterk aanbevolen een EEG te verrichten bij verdenking op epilepsie, auto-immuunencefalitis, ziekte van Creutzfeldt-Jakob, of een metabole/toxische/infectieuze encefalopathie.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Gouw, A.
Stam, C.J.
Rubriek Korte les KNF
Publicatie 9 december 2016
Editie Nervus - Jaargang 1 - editie 4 - 2016-4