Intraoperatieve neurofysiologische monitoring van het myelum

Door op 17-12-2020

Tijdens de meest complexe (para)spinale operaties, waarbij een relatief hoog risico bestaat dat het myelum beschadigd raakt, wordt intraoperatieve neurofysiologische monitoring (IONM) toegepast met als doel intraoperatieve neurologische schade te detecteren en te voorkomen. Zo wordt met dit doel IONM toegepast bij diverse neurochirurgische operaties, scolioseoperaties maar ook bij aortachirurgie. De IONM-technieken zijn gebaseerd op bekende neurofysiologische principes (EEG, EMG en evoked potentials). Bij IONM gaat het om mapping en monitoring. Bij mapping lokaliseren we tijdens de operatie anatomische structuren.
Bij monitoring bewaken we min of meer continu neurologische functies. Het gebruik van IONM neemt wereldwijd toe. Ook in Nederland stijgt het gebruik van neurofysiologische monitoring sterk. Hoewel er steeds meer wetenschappelijke ondersteuning voor het gebruik van IONM verschijnt, is op dit moment alleen bewezen dat IONM de schade aan het zenuwstelsel goed kan voorspellen. Voor de stelling dat IONM ook schade voorkomt, zijn er sterke aanwijzingen maar ontbreekt hard bewijs. In deze Korte les KNF zullen de verschillende modaliteiten die worden toegepast bij intraoperatieve monitoring van het myelum en de interpretatie van de metingen worden besproken. De modaliteiten die gebruikt worden bij de conus-caudachirurgie zijn hier buiten beschouwing gelaten.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Dulfer, S.E.
Drost, G.
Rubriek Korte les KNF
Publicatie 17 december 2020
Editie Nervus - Jaargang 5 - editie 4 - 2020-4